Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er een bijzondere rol weggelegd voor prins Bernhard, die aanvankelijk door de Engelsen werd gewantrouwd, maar die uiteindelijk als een echte oorlogsheld terugkeerde in het bevrijde vaderland.
Prins Bernhard was bij de Duitse inval op 10 mei 1940 nog maar een paar jaar in Nederland. Hij was als uit het niets ten tonele verschenen en was de redder van de monarchie geweest. Prinses Juliana was al dik in de twintig, maar het vinden van een geschikte echtgenoot was een onmogelijke taak gebleken. Er waren wel de mogelijke huwelijkskandidaten, maar of ze werden door de kritische koningin Wilhelmina afgekeurd of de betreffende kandidaat zag er zelf vanaf. Het was een publiek geheim dat de Zweedse prins Karel hoge ogen gooide als toekomstig prins-gemaal, maar hij haakte af toen bleek dat zijn financiële status niet naar zijn wens geregeld kon worden. Er werd meesmuilend om gelachen en de grap deed de ronde dat de prins bij aankomst in Nederland meteen rechtsomkeert had gemaakt toen hij de reclame zag voor een bekende rookwaar: “Karel I is de sigaar”.
Wilhelmina was de wanhoop nabij, maar daar was ineens prins Bernhard. Een vrolijke, charmante jongeman, van Duitse adel, die niet alleen de prinses wist in te palmen, maar ook haar moeder. Juliana had hem voor het eerst ontmoet tijdens de Olympische Winterspelen in Garmisch Partenkirchen. In korte tijd was men het daarna “zeer eens” geworden. Zo kon een opgeluchte koningin Wilhelmina in september 1936 de verloving aankondigen van haar dochter Juliana met prins Bernhard zur Lippe-Biesterfeld. Zij deed dat persoonlijk via de radio en kwam voor de gelegenheid zelf met het verloofde paar naar het gebouw van het Hoofdbestuur van de PTT in Den Haag, waar een radiostudio was.
Bekendmaking van de verloving van Prinses Juliana met Prins Bernhard zur Lippe Biesterfeld door Koningin Wilhelmina in de studio van de PTT. Van links naar rechts zittend directeur-generaal M.H. van Damme, Bernhard, Juliana, Wilhelmina en minister van Binnenlandse Zaken J.A. de Wilde. (Bron: http://www.haagsebeeldbank.nl)
←
Het land reageerde enthousiast, mede omdat de prins zich in het Nederlands tot hen had gericht (http://www.youtube.com/watch?v=qWAlffcxCPc), hoewel men zo goed als niets van hem wist. Blijkbaar was ook de Nederlandse bevolking opgelucht dat de prinses een echtgenoot had gevonden.
De Nederlandse regering deed er ondertussen alles aan om, waar mogelijk, elke referentie naar de Duitse afkomst van de prins te vermijden. Laat staan dat gemeld werd dat Bernhard zich in april 1933 had aangemeld bij het motorrijderkorps van de SA en later bij de Reiter-SS, als dit al bij de regering bekend was.
Wel liet het hof weten dat de prins werkzaam was bij het chemieconcern IG Farben, waar hij snel carrière had gemaakt. Het was hetzelfde concern dat later het beruchte gas zou produceren dat gebruikt werd in de Duitse concentratiekampen.
Een paar maanden voor zijn huwelijk op 7 januari 1937 ging prins Bernhard naar Adolf Hitler, die hem ontving op de Rijkskanselarij. Naar eigen zeggen deed de prins dit om Hitler persoonlijk op de hoogte te stellen van het feit dat hij afstand deed van zijn Duitse staatsburgerschap.
De ontmoeting duurde een kleine tien minuten en had volgens ooggetuigen weinig om het lijf. Wel was er sprake van de nodige irritaties bij de Duitse regering over het beleid van de Nederlandse regering om zo min mogelijk aandacht te schenken aan de Duitse afkomst van de prins. De Duitse regering dreigde dat de Duitse gasten geen toestemming zouden krijgen om naar Nederland af te reizen. Na het nodige diplomatieke overleg kwamen ze uiteindelijk net op tijd in Den Haag aan, waar zich een incident voordeed. Tijdens een concert aan de vooravond van het huwelijk weigerde het Residentieorkest onder leiding van Peter van Anrooy om het Horst Wessel-lied te spelen, dat werd vervolgens overgelaten aan de Koninklijke Militaire Kapel, die daartoe gedwongen was door de legerleiding. De aanwezige Duitse gasten brachten ongegeneerd de Hitlergroet bij het horen van de officiële partyhymne van de NSDAP, maar Bernhard deed daar heel verstandig niet aan mee.
Bij de Duitse inval liet de prins zien waar zijn loyaliteit lag. Toen Duitse vliegtuigen over Paleis Huis ten Bosch vlogen, schroomde hij niet om ze te beschieten. Hij weigerde het land te verlaten, toen bleek dat het verloop van de strijd ongunstig was voor het Nederlandse leger. Hij werd echter gedwongen door Wilhelmina, die dreigde zich door het hoofd te schieten als hij bleef weigeren om prinses Juliana en de kinderen te begeleiden naar Engeland. Op de pont bij IJmuiden wist Bernhard te voorkomen dat Duitse vliegtuigen de pont tot zinken zouden brengen door te verhinderen dat soldaten de vliegtuigen beschoten en zo de aandacht te trekken. Toen vrouw en kinderen veilig in Londen waren keerde hij onmiddellijk terug naar Nederland om koningin Wilhelmina bij te staan. Zij had echter van generaal Winkelman, de opperbevelhebber, het advies gekregen om ook te vertrekken. Nadat het onmogelijk was gebleken om naar Zeeland te gaan, begaf ze zich naar Londen, waar de Engelse koning haar onderdak bood op Buckingham Palace.
De prins bleef in Nederland om de strijd voort te zetten, maar kon weinig doen en bereikte Londen via België en Frankrijk. De Tweede Wereldoorlog werd het keerpunt in Bernhards leven.
Het verhaal gaat dat koning George VI heeft gezegd dat de prins de enige is die persoon is die van de oorlog heeft genoten. De Engelsen bekeken Bernhard de eerste tijd met argusogen. Ian Fleming, die van de Britse geheime dienst de opdracht had om hem in de gaten te houden, raakte bevriend met hem. Er wordt beweerd dat Fleming zich bij zijn beroemde creatie James Bond heeft laten inspireren door prins Bernhard. Deze genoot van het spannende leven in Londen en de vrijheid die hij daar had.
Prinses Juliana had zich met de kinderen in Canada gevestigd en ver weg van zijn echtgenote nam de prins het niet zo nauw met de huwelijkse trouw. Slechts een enkele keer maakte hij de reis naar de andere kant van de oceaan om zijn gezin te bezoeken. Hij maakte zich dan druk om de kinderen, die zich in zijn ogen als “wilden” gedroegen.
Toch liet de prins ook een serieuze kant zien. Het duurde enige tijd, maar op voorspraak van koning George VI kreeg hij toch de kans om zich te bewijzen. Bij de Royal Air Force (RAF) haalde Bernhard zijn militaire vliegbrevet en ondanks het uitdrukkelijke verbod van koningin Wilhelmina nam hij deel aan vluchten boven Duits gebied.
De prins, die als geen ander het vertrouwen van zijn gesprekspartners wist te winnen, bouwde een belangrijk netwerk van contacten op waar hij later op kon terugvallen. Hij werd verbindingsofficier tussen het Nederlandse leger en het Engelse en werd de spil van de verzetswerk dat vanuit Londen werd gecoördineerd. Bernhard richtte het Prins Bernhard-Spitfirefonds op, dat met succes geld inzamelde om gevechtsvliegtuigen te kopen voor de RAF. De relatie met koningin Wilhelmina intensiveerde zich. Voor de oorlog had zij haar schoonzoon al ingezet om knelpunten bij de krijgsmacht op te speuren, tijdens de oorlog fungeerde hij als haar militaire voelsprieten. Het prestige van de prins groeide in de oorlogsjaren enorm. Dat belette generaal Montgomery niet om Bernhards waarschuwingen met betrekking tot de Slag om Arnhem in de wind te slaan, met alle gevolgen van dien.
Wilhelmina wilde prins Bernhard de opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten maken, maar stuitte daarbij op verzet van generaal Eisenhower, die het bevel voerde over de geallieerde strijdkrachten in Europa. Hij vond dat de rol van een constitutionele prins en opperbevelhebber onverenigbaar waren.
Bernhard nam vervolgens genoegen met het bevelhebberschap van de Nederlandse en Binnenlandse Strijdkrachten. In die hoedanigheid deed hij de onderhandelingen over voedseldroppings boven bezet gebied, waar honger heerste, en was hij aanwezig bij de capitulatie van de Duitsers in Wageningen. Zijn grootste verdienste was echter het verenigingen van de verschillende verzetsgroeperingen en het voorkomen van een bijltjesdag.
Prins Bernhard, die voor de oorlog slechts honoraire rangen bezat, maakte tijdens de Tweede Wereldoorlog snel promotie. In 1945 werd hij eervol ontslagen als bevelhebber en benoemde de koningin hem tot inspecteur-generaal van de Koninklijke Landmacht. Voor zijn rol in die oorlog verleende koningin Wilhelmina hem in 1946 de hoogste militaire onderscheiding, het Commandeurskruis van de Militaire Willemsorde.
Jeffrey Groeneveld